Veilingverslag (2)

Met een half oog keek ik naar de online Cremer-veiling – en ik werd er al snel ingezogen. Ik was de enige niet; in de laatste paar uren voor de veiling namen de biedingen in rap tempo toe.

In een veilingzaal ontstaat de prijsopdrijvende competitie vanzelf: tegenbieders zitten een rij voor je of twee stoelen naast je. Een online veiling heeft geen zichtbare tegenbieders: je ziet niet of je in een volle of lege veilingzaal zit. Om toch dezelfde oerdrift en overlevingsdrang op te wekken gebruiken online veilingen andere termen. In een veilingzaal wijst een veilingmeester je vrij zakelijk een kavel toe. Online wordt een lot gewonnen. Victory! Groene pop-ups met uitroeptekens vliegen je om je oren. Onderbieders zijn geen onderbieders, maar losers.

Er kleven wel nadelen aan een online veiling. Het telkens verversen van je pagina, omdat de wekker niet blijft lopen, is op den duur zenuwslopend. In een springtij van bits and bytes zou je bijna vergeten dat je op fysiek materiaal aan het bieden bent. Echte boeken, tastbare brieven. Die moet je echter beoordelen vanachter je computer. John T. Winterich instrueerde in A Primer of Book Collecting (1966): ‘not many people like to buy anything sight unseen, and this is and should be particularly true of rare books’. De Cremer-veilingmeester stelde op het laatste moment een kijkdag in, vier dagen voor de veiling.

In het heetst van de strijd heb ik me laten verleiden tot de aankoop van 19 zeer uitgebreide brieven van de pop-artkunstenaar Gustave Asselbergs aan Jan Cremer. De beschrijving prikkelde. De foto lonkte. Eén klik en je bent verkocht.

Een gedachte over “Veilingverslag (2)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.