Paars washandje

Driemaal is Jan Hanlo een interview afgenomen voor de schoolkrant. Camille Oostwegel deed verslag van zijn bezoek aan Hanlo in Helmgras, Hans Krol en een klasgenootje spraken met de schrijver voor het internaatsblad De Klaroen, en de drie meisjes Marja Pinckaers, Marianne van der Kleij en Geneviève Bastiaans bezochten Hanlo op maandagmiddag 17 mei 1965 voor hun schoolkrant De Springplank.

De laatste twee interviews nam Hanlo op achter in zijn prozabundel In een gewoon rijtuig (1966), vanwege ‘hun lichte en toch wel nuchtere informatieve toon’.

Een halve eeuw later herinnert Marja Pinckaers, die voor De Springplank het verslag van de ontmoeting met Hanlo maakte, zich niet dat Hanlo haar om toestemming heeft gevraagd de tekst van haar interview in zijn boek op te nemen. Of ze van de uitgever een presentexemplaar van In een gewoon rijtuig ontving, waar Hanlo Van Oorschot tweemaal per brief aan herinnerde, weet ze ook niet zeker. Het gesprek dat zij als derdeklasser met de schrijver voerde is haar wel altijd bijgebleven.

Ze omschrijft zichzelf als ‘een blaag van 15’, nog ‘groen achter de oren’ toen. Haar leraar Nederlands Lou Spronck had een gesprek met Hanlo gearrangeerd en Pinckaers mocht met twee meiden uit de hoogste klassen mee naar Valkenburg. Onvoorbereid. Op het Jeanne d’Arc-lyceum te Maastricht was in de Nederlandse les vooral aandacht voor ‘de (verspreiding en de klankverschillen) van de dialecten in het Limburgse’. Van moderne literatuur wist ze niets.

Over de schoolkrant van de katholieke meisjesschool, waarvoor Pinckaers ook Pierre Kemp interviewde, hoef ik me geen illusies te maken. De Springplank was ‘zeer braaf’, mailt ze me. De inhoud bestond uit

dromerige meisjes-gedichten, verslagen van sportieve school-bijeenkomsten, en soms een interview met een (lokale) beroemdheid.

Het verslag van Pinckaers is nog altijd lezenswaard, omdat het interieur van Hanlo’s poorthuisje er zo secuur in wordt beschreven. Ze vat het samen met ‘zalige rommel’: een stellage met gekleurde kleerhangers en jasjes, etenswaar op een plank (‘cetchup, spagetti, peper en sambal’), kindertekeningen boven het bed, ‘Amerikaanse kindertijdschriften’ op een bijzettafeltje en een knijpfles afwasmiddel op een paars washandje naast de wasbak. Een vreemd universum, waarin de meisjes ook nog thee in een glas aangeboden krijgen.

Marja Pinckaers benadrukt nu dat er tijdens het gesprek geen foto’s werden gemaakt. Ze maakte gewoon veel aantekeningen.

Ik ben, denk ik, van nature een observator. Ik onthou wat ik zie en schrijf graag in beelden. Vooral het detail boeit me. Dingen zien die niemand opvallen. Ogenschijnlijk onbetekenend. Ik weet nog dat ik dat paarse washandje zag en dacht: ik schrijf het op. Dat vind ik belangrijk. Voor de sfeer en voor het leven van Hanlo in dit huisje. En ik vond het ook interessant voor mezelf dat op te schrijven. Zo dicht op iemands huid te zitten. Via zijn washandje.

Piekeraartje

Hier volgt de letterlijke weergave van een gesprek dat Hans van Straten op 8 februari 1967 had met zijn collega-journalist Piet Heil. Het typoscript van deze tekst werd aangetroffen in de literaire nalatenschap van Van Straten. Dit korte interview wordt hier voor het eerst gepubliceerd.

Je bent voor Het Vrije Volk redacteur geweest in het Gooi?

Jazeker, dat waren mijn eerste stappen op het journalistieke pad, mag ik wel zeggen. Dat is geweest van 1945 tot 1947.

In die tijd heb je ook Marja meegemaakt?

Marja is zelfs enige malen van mijn motorfiets gedonderd. Hij was namelijk nogal groot en zwaar en mijn motorfiets startte nogal snel, door een fout aan de koppeling, en schoot zogezegd als een snoek vooruit. En Marja viel dan achteruit.

Ik zie het haarscherp voor mij.

Hij woonde toen met zijn Puckje in het koetshuis van Kroonder, in Bussum.

Hij is je toneelmedewerker geweest.

Ja, ik heb hem een poosje aangehaakt. Het heeft niet zo lang geduurd. Wat hij toen voor beroep had, zo hij het al had, weet ik niet meer.

Hij zat toen bij Kroonder.

Ja, hij zat bij Kroonder, maar hij deed wat? Hij deed zelden iets.

Wat voor indruk heb jij van hem?

Mmm… moeilijk mens. Piekeraartje. Zwaar door de calvinistische wol geverfd.

Ja, zijn vader was wel dominee, maar toch geen calvinist! Die man stond bij de Vrije Evangelische Gemeente.

Ja, calvinisme gebruik ik dan ook niet in de strikte zin, meer als Nederlands verschijnsel. Theologisch gepieker, aangelengd met vele filosofieën. Maar het was wel gezellig. Je kon lekker ouwehoeren. Hij is tot in lengte van jaren wel de eeuwige puber gebleven. Poepgrapjes en zo. Een wat jongehondachtige jongen. Een ouwe jongen. Ach, ik mocht hem wel, ik had ook niet zo’n last van zijn practical jokes. Maar mensen die dat wel hebben gehad, vonden hem niet zo aardig.

Deed hij daar in het Gooi ook aan?

In het Gooi heb ik er nooit zoveel van gemerkt. Toen was hij ook nog niet zo bitter, ik weet het niet. Daar peinsde hij alleen nog maar. Later uitte het zich meer. Je kent toch het verhaal van dat briefje, dat hij aan Ferdinand Langen stuurde?

Ja, wat stond daar nou precies in?

Ze hadden hem gezegd dat ze een sociëteit wilden oprichten. Ab Visser was daarmee bezig.

Drieluik.

Ja, dat kan wel. Maar Marja schreef terug dat hij daar niet aan wenste deel te nemen, want het werd toch alleen maar een clubje voor ouwehoeren en beschaafd neuken. Dat had hij geschreven als ‘nöken’. En dat viel toen in handen van Ferdinands vader.

Ja, omdat hij het opzettelijk had geadresseerd ‘aan de heer Pannekoek’, zonder voorletters!

De clou van het verhaal is de wijze waarop Ferdinand zich eruit redde. Toen zijn vader vroeg wat ‘nöken’ betekende, zei hij: ‘Een Fins balspel.’ Waarom is het toch uit gegaan met Puckje? In die tijd ging het allemaal wel leuk. Ze was bezig een detective te schrijven. ’t Was wel een taaie actieve meid.

Hij kreeg op een gegeven moment een baan bij de reclassering in Den Haag en toen heeft hij zich tijdelijk, omdat hij niet voortdurend op en neer kon reizen van Bussum, op de Pauwhof neergelaten. Daar zat Louise Gaastra, een meisje dat in een leeszaal werkte. Daar heeft hij toen mee aangepapt en dat viel bij Puckje helemaal verkeerd. Die kon dat volstrekt niet plaatsen. Dat werd rottigheid over en weer en dat leidde vrij snel tot een breuk en echtscheiding.

Ben je daar wel eens geweest, bij Kroonder? Het was wel een mooi optrekje. Een schuur, een oud koetshuis. Beneden een grote open ruimte, waar vroeger de koetsen stonden. Dat was een stal geworden. Dan moest je met een kippetrapje naar boven en dan kwam je in één groot vertrek, waar het gezin Marja huisde.

Met een snel groeiend kindertal.

Het was wat men aanduidt als een artistieke bende. Wel leuk, moet ik zeggen.

Dus ze woonden daar met die vier kinderen in één kamer?

Ik kan me niet eens meer herinneren dat het er vier waren.

Op het laatst wel, ja. Hermans had in De Baanbreker geschreven, dat het portret van Marja hem deed denken aan de beschrijving die Faulkner geeft van de impotente gangster Popeye, in Sanctuary. Een wassen pop die te lang bij de kachel heeft gestaan. Dat heeft hem zó de dampen aan gedaan, dat hij als de bliksem vier kinderen op de wereld heeft geschopt.

Dat soort dingen trok hij zich inderdaad aan.

Koffiemelkcupdeksels en bovenkaken

Catawiki bestaat al sinds 2008, maar het afgelopen jaar heeft de internationale veiling- en verzamelwebsite pas een hoge vlucht genomen. Meer dan twee miljoen bezoekers per maand, ruim honderdduizend gebruikers die hun verzameling aan de catalogus van Catawiki hebben toegevoegd, zesentwintig veilingen per week. Verzamelaars van atlassen, oldtimers, stripboeken, fototoestellen, dameshorloges, sportschoenen en koffiemelkcupdeksels wisselen op Catawiki niet alleen informatie met elkaar uit, maar verkopen er ook door henzelf beschreven en gefotografeerde items.

Soms met bizarre opbrengsten als resultaat: een door Drs. P voor het weekblad Panorama geschreven promotieboekje bracht op 30 januari jl. liefst 272 euro op. Bij een traditioneel veilinghuis was deze uitgave ofwel (onbeschreven) in een kavel opgenomen ofwel bij het oud papier beland. De generalist verliest het hier van de specialist, die de verzamelaar immers is.

René Schoenmakers en Marco Jansen, de oprichters van het in Assen gevestigde bedrijf, vonden het wel leuk om bij hun vijfjarig jubileum een tijdschrift te laten verschijnen. Het eerste nummer van Catawiki Magazine (ondertitel: ‘Hét blad over verzamelen’) verscheen in oktober 2013, het tweede lag eind januari op de deurmat. De adviesprijs van een aflevering is € 4,95, maar dat zegt niks: nummer 1 werd gratis verspreid, nummer 2 valt binnen een jaarabonnement van € 1,95. Voor Boormans Wereldtijdschrift hoefden abonnees ook amper te betalen.

Catawiki Magazine gaat over verzamelen, verzamelaars en Catawiki. In het eerste nummer vertelt televisiemaker Valerio Zeno (maat 42) uitvoerig over zijn collectie sneakers: dat zijn er zo’n 120 paar, voor 95 procent van het merk Nike. Fossielenverzamelaar Albert Hoekman laat in het tweede nummer zien wat hij zoal uit Nederlandse netten heeft gevist. Het werd zoveel dat hij er maar in is gaan handelen: ‘Een onderkaak van een mammoet. Zeer geliefd, ik heb er een wachtlijst voor. Een mooie onderkaak kost 2.400 euro. Bovenkaken? Die zijn minder mooi.’

De verkoopsuccessen van Catawiki komen aan bod in rubrieken als ‘Veilingopbrengsten’ en ‘De vondst’. Argeloze burgers vertellen over hun gelukjes, zoals het voor 1 euro opgeduikelde stripje De vrolijke Avonturen van Doris Dobbel (12.000 euro op een Catawiki-veiling) en de als wisselgeld ontvangen euromunt met het 50-eurocentstempel (500 euro dankzij Catawiki). Het zijn de waargebeurde sprookjes waaraan Tussen Kunst & Kitsch haar kijkcijfers dankt. In het gunstigste geval wakkeren ze de jachtlust aan. (Ik heb me weer voorgenomen vaker naar een kringloopwinkel te gaan.)

Hoogtepunt tot dusver is het interview door Vincent van de Vrede met de ‘literaire loodgieter’ Pierre Roth. Stereofoto’s, Paulus de Boskabouter, W.F. Hermans, S. Carmiggelt, Proost Prikkels: Roth verzamelt verzamelingen. Uit het gesprek komt hij naar voren als een aimabele doch wereldvreemde man. In ruil voor een lunch in de bedrijfskantine ordende hij het archief van papierfabriek Proost en Brandt, op de foto staat hij in korte broek en geruite pantoffels. Verrassend is het om te lezen dat Valerio Zeno perfect de verzamelpraktijk kan samenvatten: steeds engere criteria hanteren, aan exemplaarverbetering doen, onderhandelen, het verhaal erachter willen weten. Wat voor boeken geldt, geldt blijkbaar ook voor sneakers.

De vormgeving van het magazine is enigszins amateuristisch. Harde kleuren (Catawiki-blauw), weinig subtiele en nogal opgeblazen lettertypen, onhandige foto’s: zo pretentieloos als het tijdschrift zelf.

Deze bespreking van de eerste twee afleveringen van Catawiki Magazine verscheen in De Boekenwereld, jrg. 30, afl. 2 (juni 2014).

Reclamebladen

Dankzij de prachtige app VPRO Radio Gemist kon ik vannacht vroege afleveringen van Radio Bergeijk beluisteren, afgewisseld met een Argos-reportage over valse paspoorten, gelardeerd met de beste jazz uit Vrije Geluiden. Ook het archief van cultureel praatprogramma De Avonden is opgenomen in de app. Geen hele uitzendingen inclusief het weerbericht van 9 januari, maar losse gesprekken, zonder de toeters en bellen er omheen.

Jeroen van Kan besprak in De Avonden de inhoud van een nieuwe oude aflevering van het tijdschrift Boekenpost met hoofdredacteur Janneke van der Veer. Het ging vooral over ‘vloeiboeken’: mooi geïllustreerde vloeibladen die in de jaren 1870-1940 door uitgevers als relatiegeschenk werden verspreid. Van Kan is duidelijk gecharmeerd van deze elegante reclamebladen.

– Ik ken geen enkel ander tijdschrift dat aan zo’n onderwerp aandacht zou besteden.
– Ehm…
– Maar dat kan aan mij liggen, natuurlijk.
– Eh… Nou, ik ken er nog wel eentje, eigenlijk.

Het geweten van de hoofdredacteur van Boekenpost spreekt. Zij is dan toch eerlijk. De naam van dat andere boekentijdschrift noemt zij niet. Ik spel de naam even uit. B, O, E, K, E, N, W, E, R, E, L, D.

De Boekenwereld is het allermooiste boekentijdschrift van Nederland. Een nieuw nummer verschijnt aan het eind van deze maand. Nieuwe abonnees krijgen nu een flinke korting: slechts 25 euro voor de eerste jaargang (vijf nummers). Meteen aanmelden bij de uitgever dus.

De zachte dood van het snuffelen

‘Het is ook zo dat je met een antiquaar eigenlijk een band moet opbouwen. Als jij veel boeken zou willen hebben, op een bepaald gebied, dan moet je een antiquaar vinden die daar veel van weet.’

Naar aanleiding van de Deventer boekenmarkt, die dit jaar minder bezoekers trok dan gehoopt, ontving Stephan Sanders in Met Het Oog Op Morgen de antiquaar Hans Engberts van Hinderickx & Winderickx. Over de zachte dood van het snuffelen, menselijk contact met de klanten, boeken waarvan je niet wist dat je ze zocht, Bob den Uyl, winkeldagboeken, aanvallen van hoogmoed en het huwelijk met de collega.

De directeur op Kgggk-radio

Ralph: ‘Misschien is hij opeens bang geworden en wil hij toch niet meewerken aan ons radioprogramma. Hij is boekhandelaar en we weten van de vorige uitzending dat boekhandelaren heel publiciteitsschuw zijn. Misschien zit hij een spannend boek te lezen en hoort hij de bel niet.’
Jasper: ‘Ik hoor ook geen bel.’
Ralph: ‘Druk jij dan nog eens.’

Maar de bel deed het wel. De directeur deed open. De jongens van Kgggk-radio stonden voor de deur. De batterijen van de recorder lieten ons herhaaldelijk in de steek, maar delen van het interview (28 minuten) staan op de site van deze nieuwe radiozender.